Zo maak je een panningfoto

Het is uitdagend om rijdende voertuigen of andere bewegende onderwerpen scherp op de foto te zetten en toch het gevoel van beweging in je beelden te krijgen. Om dit soort foto’s te maken moet je de camera met je onderwerp meebewegen. Deze techniek wordt ook wel ‘panning’ genoemd. Op deze pagina ontdek je hoe dit werkt!

Hoe moet je meebewegen?

Leun met je ellebogen tegen je bovenlijf en ga stevig staan. Kijk door de zoeker en probeer een paar keer om een vloeiende beweging met je camera te maken terwijl je alleen met je heupen en bovenlijf meedraait. Begin dan eerst met het volgen van je onderwerp door alvast mee te bewegen, druk de ontspanknop half in om scherp te stellen, klik en stop dan pas met bewegen. Eigenlijk draai je een beetje om je eigen as! Het is niet nodig om snel te bewegen, volg je onderwerp rustig in de richting waarin het beweegt.

Welke sluitertijd heb je nodig?

Voor het fotograferen van beweging zijn lange sluitertijden nodig. Begin bijvoorbeeld met een sluitertijd zoals 1/60e van een seconde. Als dat niet voldoende is, kun je de sluitertijd langer maken. Je zult hier echt mee moeten experimenteren! Door de combinatie van het zelf meebewegen en een lange sluitertijd zal het niet meteen lukken om een goed scherpe foto te maken. Blijf oefenen, het zal steeds beter gaan!

Zet je camera in de burst-modus

Wanneer er beweging in het spel is, is het moment snel voorbij. Het is daarom slim om niet één, maar een reeks foto’s te maken wanneer er actie is. Zet je camera daarom in de burst-modus! Hoe langer je de ontspanknop ingedrukt houdt, hoe meer foto’s je camera maakt. Zo maak je het jezelf een stuk makkelijker en heb je meer kans op een goed eindresultaat! Wel duurt het bij sommige camera’s iets langer voordat alle foto’s op de geheugenkaart zijn weggeschreven en je ze kunt bekijken. Kies dus voor een snelle geheugenkaart!

Bekijk geheugenkaarten

Schakel de beeldstabilisatie uit

De beeldstabilisatie van een camera of objectief vangt trillingen en ongewenste bewegingen op. Dit voorkomt dat er onscherpte in je foto’s ontstaat. Omdat de meeste apparatuur geen panning bewegingen kan herkennen, is het noodzakelijk om de beeldstabilisatie eerst uit te schakelen voordat je gaat fotograferen. Nikon VR-objectieven herkennen panning bewegingen overigens wel in de normale stand, maar niet in de Active stand.

Bij sommige telezoomlenzen is het mogelijk om de horizontale en verticale beeldstabilisatie apart van elkaar in- of uit te schakelen. Wanneer je onderwerp horizontaal beweegt is het al voldoende om de horizontale beeldstabilisatie van de lens uit te schakelen. Doe je dit niet, dan is het lastiger om het beoogde resultaat te behalen.

Stel de autofocus goed in

Wanneer je bewegende onderwerpen gaat fotograferen moet je de autofocus van je camera daar ook op instellen. Dit voorkomt dat je het moment mist en dat het onderwerp niet scherp is. Een camera heeft verschillende modi voor het automatisch scherpstellen. Met de continue autofocus blijft het autofocuspunt continu scherpstellen op je onderwerp wanneer je de ontspanknop half indrukt. Deze scherpstelmodus wordt door elk merk iets anders genoemd, bijvoorbeeld AI Servo bij Canon, Continuous-Servo AF bij Nikon en Continue AF bij Sony camera’s.

Kan het ook met een statief?

De meeste panning foto’s worden vanuit de hand gemaakt, maar het kan ook vanaf statief. Als je graag een statief wilt gebruiken is het handig om een monopod te kiezen of een schommelkop op je tripod te monteren. Een schommelkop of ‘swinghead’ is een speciale statiefkop waarmee je bewegende onderwerpen gemakkelijk kunt volgen, zowel horizontaal als verticaal. Denk aan het fotograferen van vogels in vlucht.