Snel vakantiefoto's bewerken in Lightroom

Voordat je de foto’s van je vakantie deelt op social media, in een album verwerkt of laat afdrukken, moet je een selectie maken en de foto’s bewerken. Hier lees je de 6 ultieme tips voor het bewerken van je vakantiefoto’s in Adobe Lightroom.

Tip 1: Voorzie de foto’s van trefwoorden

Na het inladen van je foto’s, voorzie je ze in de Rasterweergave (sneltoets G) van trefwoorden om ze later goed terug te kunnen vinden. Dit kan in de Bibliotheek module. Selecteer de foto’s waar je een trefwoord bij wilt toevoegen, gebruik de sneltoets CTRL + K en rechts opent het zijpaneel 'Trefwoorden vastleggen'. Kies logische woorden zoals de locatie en omschrijf bij speciale foto’s wat er te zien zoals bijvoorbeeld: strand, zand, schelpen, zeester, zonsondergang en wolken.

Tip 2: Selecteer snel met sneltoetsen

Nu is het tijd om een selectie van de mooiste, leukste en meest memorabele foto’s te maken! Ook dit doe je in de Bibliotheek module. Klik met je muis de eerste foto aan en druk op de letter E van je toetsenbord. Hiermee ga je van de Rasterweergave naar de Loepweergave om foto’s één voor één te kunnen beoordelen.

Zet nu de Caps Lock toets aan op je toetsenbord. Wil je de foto gebruiken? Druk dan de letter P in (sneltoets Aanduiden van keuze). Wil je niets met een foto doen? Druk de letter U in (sneltoets Vlag verwijderen) en je gaat automatisch naar de volgende foto. Zo kun je razendsnel door je foto’s heen en een selectie maken met alleen je toetsenbord! Klaar? Zet nu rechtsonder het filter van de filmstrip op 'Met vlag' en vergeet niet om je Caps Lock weer uit te zetten op je toetsenbord!

P: Vlag toevoegen
U: Vlag verwijderen
X: Foto verwijderen

Tip 3: Bewerk een foto stap voor stap

Door naar de Ontwikkelingsmodule voor het echte werk! Selecteer de eerste foto, begin bovenaan en werk langzaam door naar beneden terwijl je alle opties langsgaat. De belangrijkste zijn de lenscorrecties. Onder Lenscorrecties schakel je de lens- en kleurcorrectie in om eventuele lensafwijkingen door Lightroom te laten corrigeren! Als laatste snijd je de foto eventueel bij met behulp van het uitsnijgereedschap (sneltoets R) en zet je de horizon recht.

Extra tip
Door op de letter C te drukken zie je de foto waar je mee bezig bent in twee delen op je scherm. De ene helft laat het origineel zien en de andere helft laat de foto mét je bewerkingen zien. Zo kun je het eindresultaat goed beoordelen! Druk op D om terug naar de Loepweergave te gaan.

Tip 4: Gebruik voorinstellingen

Voor het bewerken van foto’s kun je Voorinstellingen gebruiken. In de Ontwikkelmodule zie je deze in het linker zijpaneel staan. Klik een foto aan, kies de voorinstelling en klaar! Heb je zelf een mooie kleurbewerking of een zwart-wit omzetting die je vaker wilt gebruiken? Sla deze dan op door in het Voorinstellingen venster op het + teken te klikken met je muis.

Tip 5: Kopieer je bewerking naar meerdere foto’s

Heb je een serie foto’s gemaakt in één omgeving en zijn ze gelijk qua helderheid? Bewerk de eerste foto en selecteer deze in de filmrol onderaan. Klik op de knop Kopiëren of gebruik CTRL + SHIFT + C om de instellingen te kopiëren. Druk CTRL (voor losse foto’s die niet op volgorde staan) of SHIFT (voor een aansluitende reeks) in en voeg de gelijkwaardige foto’s toe aan je selectie. Klik op de knop Synchroniseren of gebruik CTRL + SHIFT + S om op de andere foto’s dezelfde bewerking toe te passen als op de eerste. Voordat Lightroom het toepast, komt er een venster in beeld waarbij je kunt aangeven welke instellingen je wilt synchroniseren.

Tip 6: Exporteer je foto’s

Klaar met bewerken? Dan is het tijd om je foto’s vanuit Lightroom te exporteren. Ga naar de Bibliotheek module en klik rechtsonder op het filter 'Met vlag' of gebruik de sneltoets CTRL + L om alleen de bewerkte foto’s te zien. Klik op de knop Exporteren (sneltoets CTRL + SHIFT + E) en loop van onder naar boven de mogelijkheden langs. Let goed op waar de foto’s naartoe worden geëxporteerd, wat voor type bestand je hebt geselecteerd en of de afbeeldingsgrootte alvast aangepast moet worden naar een specifiek formaat.