De diverse soorten geheugenkaarten van tegenwoordig grossieren in afkortingen en symbolen op het kaartje en in de naam van het product. Deze afkortingen spreken lang niet altijd voor zich. Daarom hieronder een overzicht van de meest voorkomende met een uitleg erbij.
De afkortingen staan voor Secure Digital (High Capacity/eXtended Capacity) en gaan dan ook met name over de opslagcapaciteit van het geheugenkaartje. De SD-kaart is de oudste versie en heeft een opslagruimte van 128MB tot en met maximaal 2GB. Voor een kaart groter dan 2GB kom je automatisch bij een SDHC-kaart terecht die opslagruimte biedt van 4GB tot en met 32GB. Daar weer boven zit dan de SDXC-kaart met ruimte van 64GB tot en met 2TB.
Naast meer opslagruimte beschikken SDHC- en SDXC-kaarten ook over een nieuwere technologie die ervoor zorgt dat ze over het algemeen sneller zijn. Deze afkortingen zijn echter niet bedoeld om een bepaalde snelheid aan te geven.
Met dit symbool wordt de Class van de geheugenkaart aangeduid. Er zijn vijf verschillende klasses, namelijk Class 2, 4, 6, 8 en 10. De getalwaarde staat voor de minimaal gegarandeerde schrijf- en leessnelheid van het kaartje uitgedrukt in MB's per seconde.
Op dit moment zijn dit type kaartjes voorzien van U1 of U3 waarmee de UHS-snelheidsklasse wordt aangeduid. Het is eigenlijk hetzelfde als de Class, maar dan gebaseerd op de UHS-technologie. Met U1 wordt een minimale snelheid van 10MB/s gegarandeerd en met U3 een snelheid van 30MB/s. Het apparaat dat je gebruikt moet dus ook de vermelde UHS-technologie (I of II) ondersteunen om daadwerkelijk aanspraak te kunnen maken op deze minimale snelheid.
Deze termen worden vaak ten onrechte verward met U1 en U3. Ze gaan echter niet over de daadwerkelijke snelheid van de geheugenkaart, maar over de theoretische maximumsnelheid op basis van de gebruikte technologie.
UHS staat voor Ultra High Speed en betekent dat de kaart beschikt over een alternatieve manier van data overdragen en wegschrijven. Hierdoor kan in theorie met UHS-I 104MB/s en met UHS-II 312MB/s gehaald worden. Het kaartje beschikt over de benodigde technologie, maar is in verreweg de meeste gevallen niet echt zo snel. De daadwerkelijke maximale snelheid van het kaartje wordt gewoon aangeduid met de klasse-aanduiding en/of de MB/s snelheid.
Wat ook belangrijk is bij UHS-I en UHS-II is de compatibiliteit van het apparaat dat je gebruikt. Als je camera niet overweg kan met UHS-II, zal de kaart teruggrijpen op de normale techniek van overdragen en wegschrijven en daardoor opeens veel langzamer kunnen zijn dan op het kaartje is aangegeven.
De V staat voor Video Speed Class en garandeert een minimale schrijfsnelheid bij gebruik van de filmfunctie van je camera of videocamera. Het getal achter de V geeft hierbij de minimale schrijfsnelheid in MB/s aan. Op die manier garandeert V6 dus een schrijfsnelheid van 6MB/s en V90 een snelheid van 90MB/s.
Sommige fabrikanten duiden de snelheid van een kaart (ook) aan met een afgeleide van de snelheid van cd-rom's waarbij 1x ongeveer gelijkstaat aan 150kB/s. 633x is dus gelijkwaardig aan 95MB/s. Het gaat hier altijd over de maximale leessnelheid van een geheugenkaart.
De snelheid die op (micro) SD-kaarten staat aangegeven zonder verdere aanduiding is altijd de maximale leessnelheid van de kaart. Sommige kaarten vermelden zowel de lees- als schrijfsnelheid, maar ook dan gaat het om de maximale snelheid.
Compact Flash-kaarten gebruiken Parallel ATA als aansluiting waarbinnen UDMA 7 de snelste variant is. CF-kaarten met UDMA 7 kunnen een maximale snelheid van 167MB/s halen. Tegenwoordig zijn eigenlijk alle Compact Flash-kaarten UDMA 7.
Dit symbool staat voor Video Performance Guarantee (VPG) en duidt de minimale gegarandeerde schrijfsnelheid aan, uitgedrukt in MB/s.
Hiermee wordt aangegeven op welke interface de geheugenkaart werkt. CFast 1.0 (en ook 1.1) maakt gebruik van SATA 2 en heeft daardoor een maximale snelheid van 300MB/s, terwijl CFast 2.0 SATA 3 gebruikt met een maximale snelheid van 600MB/s.