Tips voor het filmen in de natuur

Filmmaker Awi Rabelista Nijhof ziet de natuur als zijn grootste inspiratiebron. Hij reist regelmatig naar afgelegen gebieden zoals het oerwoud van China en de woestijn van Namibië, waar hij de mooiste wildlife-beelden maakt. Wil jij ook aan de slag met het filmen in de natuur? Awi geeft je 5 tips.

1: Film bij zacht licht

"Goed licht is belangrijk als je mooie beelden wil maken. Tussen ongeveer 11:00 en 16:00 uur (Midden-Europese tijd) staat de zon recht boven je. In die tijd zijn de schaduwen klein en oogt alles heel plat. Als je in deze tijd filmt, is het mooier als er lichte bewolking is waardoor het licht zachter wordt. Probeer ook niet loodrecht met de zon mee te filmen, maar vanuit een hoek. Zo krijgt je gefilmde onderwerp een schaduw- en lichtkant en creëer je diepte. Het perfecte moment om te filmen is tijdens het schemerlicht: vlak nadat de zon is ondergegaan, maar het nog wel licht is."

2: Gebruik de juiste apparatuur

"Met een telelens kun je close-ups filmen zonder dichtbij dieren te komen. Dieren zijn vaak schichtig, waardoor je op afstand moet blijven omdat ze anders wegrennen of gaan schuilen. Met een telelens los je dit probleem op zonder de dieren te verstoren in hun natuurlijke omgeving. Een ander voordeel van een telelens is de rustige achtergrond die je creëert door de geringe scherptediepte."

3: Let op de compositie

"Film je een dier, kadreer dan niet alleen het dier, maar ook een deel van de omgeving. Een wijd shot is interessanter dan het dier alleen. Als je bijvoorbeeld bergen op de achtergrond ziet, geef je het dier context. Film daarnaast bij dieren onder hun ooghoogte, waardoor het lijkt alsof je als kijker ook in de omgeving zit. Hou tot slot de horizon en de achtergrond in de gaten. Laat de horizon niet door de gedetailleerde delen van het dier lopen, zoals het hoofd. Dat oogt rommelig en het kan lijken alsof er iets “groeit” uit het hoofd van het dier."

Leer meer over compositie

4: Ga op zoek naar beweging

"Veel dieren slapen overdag en komen dus weinig in actie. Dit terwijl beweging een video juist interessant maakt om naar te kijken. Zoek de beweging daarom in andere dingen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je een object op de voorgrond zet dat wel beweegt, zoals blaadjes in de wind of een ander dier. Of gebruik beweging in de camera zelf door een “slider” te gebruiken en zo heen en weer te bewegen."

5. Wees zuinig op je accu

"Neem accu’s mee die lang mee kunnen, want als je ergens in een bos zit kun je ze niet even opladen bij een stopcontact. Wees ook zuinig op je accu: draai niet constant door maar zet je camera alleen aan als je echt gaat filmen."