Hoe fotografeer je het noorderlicht?

Jan en Mart Smit
6 jaar geleden

Het staat bij veel mensen bovenaan hun bucketlist: 'Het zien en fotograferen van het magische noorderlicht'. Zo ook bij ons. Zelfs nadat we al zo vaak een mooie lichtshow hebben gezien, blijft het fascinerend. Elk jaar gaan we naar de Lofoten (Noord-Noorwegen) om een fotoreis voor Nordic Vision te begeleiden. Het zien en vastleggen van het onvoorspelbare noorderlicht (geen garanties) is een grote pijler van de reis. Maar hoe fotografeer je dat eigenlijk?

Wat is het noorderlicht?

Het noorderlicht, of aurora borealis, is een magisch fenomeen waar je je als leek allerlei voorstellingen van kan maken. Zo zijn er in de oudheid diverse verhalen bedacht bij deze imponerende lichtshow. In werkelijkheid is het een gevolg van interactie tussen geladen deeltjes afkomstig van de zon en het magnetisch veld van de aarde.

De zon slingert geladen deeltjes het heelal in. De deeltjes kunnen afkomstig zijn van zogenaamde coronale gaten aan de oppervlakte van de zon of van uitbarstingen op de zon. Na enkele dagen kunnen deze deeltjes onze planeet bereiken. Aangekomen bij de aarde worden ze door het aardmagnetisch veld afgebogen. Bij de Noord- en Zuidpool worden de deeltjes versneld en dringen met hoge snelheid de atmosfeer binnen. Hier botsen ze met zuurstof- en stikstofatomen. Deze botsingen zorgen voor allerlei atomaire processen die resulteren in licht van verschillende kleuren. Hetzelfde fenomeen kennen we op het zuidelijk halfrond en wordt het zuiderlicht of aurora australis genoemd.

Waar zie je het noorderlicht?

Beide aurora's zijn te zien op respectievelijk het noordelijk of het zuidelijk halfrond, in een onregelmatig gevormde ovaal gecentreerd boven elke magnetische pool. Deze aurora ovaal beweegt zich op het noordelijk halfrond, afhankelijk van de sterkte van het noorderlicht, meestal tussen de 70e en de 80e breedtegraad. De sterkte van het noorderlicht wordt aangegeven met de Kp-index. De Kp-index gaat van nul tot negen. Hierbij staat nul voor nauwelijks activiteit en begen voor extreme activiteit (zoals bij extreme zonnestormen).

Heb je vrij uitzicht naar het noorden en sta je op een donkere plek? Dan kun je bij Kp6 à Kp7 in Nederland het noorderlicht zien. Maar Kp6 of hoger komt zelden voor. We spreken dan van een zonnestorm. In het noorden van IJsland, Noorwegen, Zweden en Finland kunnen we bij Kp2 al het noorderlicht zien. Het aurora-seizoen in deze gebieden loopt van ongeveer september tot april. Tijdens de overige maanden zijn de nachten niet donker genoeg om de aurora’s te zien. Op het zuidelijk halfrond is de periode precies omgekeerd.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 1

Voorspellen en waarnemen

De zon stuurt constant een stroom van geladen deeltjes de ruimte in. Dit noemen we de zonnewind. Er zijn twee oorzaken van een verhoogde zonnewind die we van tevoren kunnen waarnemen. Dit zijn de al eerder genoemde coronale gaten en de uitbarstingen of zonnevlammen. De uit een coronaal gat ontsnapte zonnewind doet er ongeveer 2.5e dag over om op aarde aan te komen. De wolk van geladen deeltjes die vrijkomt bij zonnevlammen doet er 1 tot 4 dagen over. Dit hangt voornamelijk af van de vertreksnelheid van de zon. Op de website Spaceweather.com kun je de zonneactiviteit en zonne-uitbarstingen in de gaten houden en zien wat we de komende dagen kunnen verwachten.

Een zekerheid voor het zien van noorderlicht is dat helaas niet. Het moet ook nog helder weer zijn, omdat wolken het zicht kunnen ontnemen van het noorderlicht dat op meer dan 100 kilometer hoogte ontstaat. Er zijn verschillende websites en ook apps die je vooraf informatie kunnen geven of je ter plekke kunnen helpen met het vinden van het noorderlicht:

Ken je apparatuur

Het belangrijkste advies: leer je camera goed kennen voordat je het noorderlicht gaat fotograferen. Als je in het donker, wanneer het noorderlicht begint, nog moet uitzoeken waar al die knoppen van je camera voor dienen zal je eerste kennismaking met het noorderlicht stressvol zijn.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 2

Wat voor camera gebruik je?

De camera hangt af van het gebruiksdoel van je beelden. Is het alleen om een herinnering vast te leggen? Zijn de beelden voor Facebook? Of moeten ze groot kunnen worden afgedrukt? Belangrijk is dat de camera de stand Manueel (handmatig) heeft. Met alleen een telefoon wordt het lastig. Van de compact camera’s zijn er maar enkele die voor het noorderlicht goed te gebruiken zijn. Een systeemcamera of spiegelreflex is het meest geschikt. Het liefst één die hoge ISO’s aan kan zonder al te veel ruis. Een fullframe camera is de beste optie!

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 3

Welk objectief gebruik je voor het fotograferen van het noorderlicht?

Lichtsterk en groothoek zijn hier de sleutelwoorden. Het beste resultaat behaal je met een lichtsterke groothoeklens. Groothoeklenzen van 24 mm of breder voldoen uitstekend. Hierbij gaan we uit van een fullframe camera. Vaak strekt het noorderlicht zich over een groot gedeelte van de hemel uit. Ook voegt het duidelijk iets toe om het landschap in het beeld mee te nemen.

Lichtsterkte
Wat betreft de lichtsterkte kun je zeggen: hoe lichtsterker hoe beter. Een lens met een lichtsterkte van f/2.8 is een goed uitgangspunt, maar sneller is beter. Je wilt namelijk de sluitertijd kort houden. Zo hou je zoveel mogelijk de vormen en structuur van het noorderlicht intact. Als de sluitertijd te lang wordt vervagen de structuren tot een wazige groene vlek. Bij welke sluitertijd dat gebeurt hangt af van de dynamiek van het noorderlicht. Uitgangspunt zou kunnen zijn: sluitertijd niet langer dan 15 à 20 seconden, het liefst korter.

Sluitertijd berekenen
Een andere reden waarom je de sluitertijd niet boven de 20 seconden wilt hebben is dat - afhankelijk van de brandpuntsafstand van je lens - de sterren geen stipjes zijn maar streepjes gaan vormen. Deze strepen ontstaan door de rotatie van de aarde. Om te berekenen welke sluitertijd je nog kunt gebruiken voor scherpe sterren is er de zogenaamde regel van 400. Je deelt het getal 400 door de brandpuntsafstand van je lens. De maximale belichtingstijd bij een 20mm lens is 400/20 = 20 seconden. Let op: hierbij ga je uit van een fullframe camera. Heb je een cropcamera, dan vermenigvuldig je de lens eerst met de cropfactor van je camera voordat je deze deelt op 400. Wanneer je bijvoorbeeld dezelfde 20mm lens gebruikt op een Canon 70D met een cropfactor van 1.6 wordt de maximale sluitertijd: 400/(20*1.6) = 12.5 seconden.

Lichtsterke groothoeklenzen
Er zijn de laatste tijd veel lenzen op de markt gekomen die geschikt zijn om het noorderlicht te fotograferen. Bijvoorbeeld de Irix 15mm f/2.4 en Laowa 12mm f/2.8 lenzen. Zeer bekend en prijstechnisch interessant zijn de Samyang 14mm f/2.8 IF en het Samyang 24mm f/1.4 ED objectief. Zelf fotograferen wij het noorderlicht met de Canon EF 24mm f/1.4L USM II, de Canon EF 16-35mm f/2.8L III, de Samyang 14mm f/2.8 IF en de Sigma 14mm f/1.8 DG HSM Art lens.

Zet de beeldstabilisatie uit
Gebruik je een lens met stabilisatie, zet deze dan uit. Het heeft geen nut op een statief en kost je alleen maar meer stroom. Een zonnekap gebruiken we om de kans op bevriezing van de frontlens te verkleinen. Controleer dit ook regelmatig. Ook belangrijk: verwijder het UV-filter en andere filters. Dit voorkomt vignettering en vreemde concentrische cirkels in je beeld.

Een statief is essentieel

Het gebruik van een stevig statief is essentieel voor noorderlichtfotografie. Een hoog statief heeft de voorkeur omdat je over het algemeen naar boven fotografeert. Je kunt de poten van je statief nog voorzien van foam tegen de nachtelijke kou. Je kunt hiervoor isolatie, bedoeld voor centrale verwarmingsbuizen, gebruiken.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 4

Draadontspanner

Een belangrijk onderdeel om een scherpe foto te maken is een draadontspanner. Het drukken op de ontspanknop zorgt voor trilling die met een langere sluitertijd voor bewegingsonscherpte zorgt. Er zijn diverse opties: standaard, met intervaltimer of draadloos. De standaarduitvoering voldoet over het algemeen prima. Het voordeel is dat deze geen batterijen vereist.

Wil je aan de slag met het maken van geavanceerde timelapses, dan heb je een versie met intervalmeter nodig. Deze maakt het mogelijk om de camera met een in te stellen tijdsinterval opnames te laten maken. Steeds meer camera’s hebben standaard in het menu een optie voor opnames met interval. Als je gaat voor een draadloze afstandsbediening houd dan de batterijen in de gaten. Lang in de kou zullen de prestaties van de batterij namelijk sterk verminderen.

Praktisch gesproken

Het fotograferen van het noorderlicht is technisch niet heel moeilijk. Wel is het zo dat er geen nacht met noorderlicht hetzelfde is. Het maakt nogal wat uit of je het noorderlicht fotografeert tijdens een nacht met nieuwe maan of een nacht met volle maan in een met sneeuw bedekt landschap. Dit vraagt om wat experimenteren. Je kunt hiervoor het beste op de manuele stand fotograferen. Een startpunt bij het gebruik van bijvoorbeeld de Canon 16-35mm f/2.8 zou dan kunnen zijn:

  • Camera op de handmatige stand
  • Het diafragma op f/2.8 zetten
  • Sluitertijd van 15 seconden
  • De ISO op 800

Maak een testopname en check vervolgens het histogram. Foto te donker? Belicht wat langer. Of liever nog: als je camera goed met hoge ISO’s overweg kan, zet de ISO wat hoger. Maak weer een testopname en ga zo door tot je de perfecte belichting hebt.

Het type bestandsformaat

Stel je camera in om RAW-bestanden vast te leggen. Dit biedt de beste beeldkwaliteit en de meeste speelruimte voor het maken van aanpassingen in de nabewerking. Vooral handig als je de instellingen zoals de belichting of witbalans wilt aanpassen. Ben je niet gewend om met RAW-bestanden te werken, zet de camera dan op RAW+JPEG. Als je later wel met RAW-bestanden werkt, dan heb je ze in ieder geval.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 5

De witbalans

Als je het RAW-formaat gebruikt, dan hoef je je niet al te veel zorgen te maken over de witbalans. Je kunt het later altijd naar wens instellen in een fotobewerkingssoftware zoals Adobe Lightroom. Om tijdens het fotograferen de foto's op het camerascherm er enigszins realistisch uit te laten zien, stellen wij de witbalans in op 4000 Kelvin.

Voor degenen die hun foto's nog steeds opslaan in de JPEG-indeling, gebruik de automatische witbalans niet! Over het algemeen analyseert de camera de steeds veranderende kleuren niet goed. Vaak levert dit te warme, te gele foto’s op. Zet de automatische witbalans op daglicht of gebruik de hierboven genoemde Kelvin-instelling.

Ruisonderdrukking

Bij hoge ISO-instellingen en lange sluitertijden verschijnt er digitale ruis. Dit leidt tot korrelige foto’s. Camera’s hebben twee soorten ruisonderdrukking: ruisonderdrukking voor lange sluitertijden én hoge ISO ruisonderdrukking.

Ruisonderdrukking voor lange sluitertijden
Bij lange belichtingen kan de camerasensor warm worden en kunnen ongewenste "hot pixels" in de afbeelding zichtbaar worden. De camera maakt een extra opname met de sluiter gesloten (volledig donker). De ruis die in de donkere opname wordt aangetroffen wordt uit je foto verwijderd. Het probleem is dat dit extra donkere beeld de belichtingstijd verdubbelt. Met de al lange belichtingen bij het fotograferen van noorderlicht, wil je dit voorkomen. Omdat aurora-opnames meestal bij koud weer worden gemaakt, is het niet echt een probleem. Wij gebruiken deze functie niet bij het fotograferen van het noorderlicht.

Hoge ISO ruisonderdrukking
Deze instelling is bedoeld om ruis te verwijderen bij gebruik van hoge ISO. Als je opnamen maakt in RAW, kun je later alle ruisonderdrukking uitvoeren bij het bewerken van de foto's. Wij gebruiken de functies voor ruisonderdrukking in de camera dus niet, maar wel de mogelijkheden tot ruisonderdrukking in de nabewerkingssoftware. Adobe Photoshop, Lightroom of Dfine van Nik zijn programma’s waarmee je de instellingen echt op de foto kunt afstemmen en vaak meer details kunt bewaren. In de camera is het vaak een kwestie van aan of uit.

Scherpstellen in het donker

Scherpstellen in het donker is lastig. Het is te donker om te kunnen rekenen op de autofocus. Wat we in ieder geval willen is dat de sterren op de foto scherp zijn. Sommige lenzen hebben een oneindigheidsteken op hun focusring. Het ligt misschien voor de hand om de lens hierop in te stellen. Doe dit niet! Dit oneindigheidsteken is bij vele lenzen niet accuraat. Hoe komen we dan tot de juiste scherpstelling?

Gebruik de live view functie van je camera. Richt de camera op de helderste ster die je kunt zien, vergroot het beeld maximaal en draai heel voorzichtig aan de scherpstelring totdat de ster er scherp uitziet. Zodra je denkt dat je goed hebt scherpgesteld, maak je een testopname. Zet dit beeld op het camerascherm en zoom in om de scherpte te controleren. Herhaal dit controleren regelmatig. Met een stukje tape zou je de lens en scherpstelring kunnen vergrendelen zodat je deze niet meer per ongeluk zou kunnen verdraaien.

Maar wat nu als we in onze compositie elementen op willen nemen die dichterbij zijn zoals een boom, een meertje of een steen? Bij het fotograferen overdag zouden we diafragmeren naar bijvoorbeeld f/11. Bij het fotograferen van het noorderlicht maken we echter gebruik van de kleinste f-getallen. Kleine getallen zorgen voor minder scherptediepte. Toch zal het je verbazen hoeveel scherptediepte je nog hebt bij het gebruik van diafragma f/2.8 op een groothoeklens. Maar is die boom op 10 meter of die steen op 5 meter ook scherp? Om te kijken waar je scherp moet stellen om dit voor elkaar te krijgen, gebruiken we een zogenaamde Depth of field calculator. Op internet zijn er veel te vinden, maar ook als app op de smartphone. Zoek maar op 'dof calculator'. Vul je camera, brandpuntsafstand, diafragma en de afstand tot het beeldelement in. Maak een testopname en controleer of de berekening klopt!

Een compositie maken in het donker

  • Zet het diafragma op de maximale opening (kleinste diafragmagetal) en de ISO op wat je camera maximaal heeft
  • Zet de sluitertijd ergens rond de 1-4 seconden en maak een testopname
  • De foto zal overbelicht zijn met veel ruis, maar je kunt wel zien waar de onderwerpen zich bevinden
  • Maak indien nodig opnieuw de compositie
  • Vergeet niet de ISO-waarde terug te zetten
Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 6

Histogram

Controleer steeds de belichting. In het donker lijkt een noorderlichtfoto met zijn felle kleuren snel goed belicht. Vaak blijkt achteraf op een computerscherm dat het beeld te donker is. Controleer dus zeer regelmatig het histogram. Zet ook de helderheid van het scherm achterop de camera laag zodat het beeld meer overeenkomt met de werkelijkheid.

Batterijen

Zorg voor voldoende opgeladen batterijen. Fotograferen in de kou vreet energie. Het gebruik van live view helemaal. Bewaar er een paar dicht op je lichaam zodat ze minder energie verliezen aan de kou.

Hoofdlamp

Met een hoofdlamp heb je beide handen vrij om je camera te bedienen. Zet je hoofdlamp uit voordat je de foto maakt. Bedenk dat het 20 tot 30 minuten duurt voordat je weer goed kunt kijken in het donker na het uitzetten van je hoofdlamp. Om dit te voorkomen is een hoofdlamp die ook rood licht geeft een beter alternatief.

Condensvorming

Als je na het fotograferen je ijskoude camera mee naar binnen neemt, zal er zich condens op je camera vormen. In hoeverre dat ook in je camera gebeurt is lastig te beoordelen. Probeer de camera langzaam op te laten warmen. Het liefst in een ruimte waar de temperatuur wat lager is. Je kunt de camera in een afgesloten plastic zak stoppen. Condens vormt zich op het plastic en niet op de camera en lens. Wij laten de camera in de fototas, op een niet te warme plaats, langzaam op temperatuur komen. In onze fototas ligt standaard een klein drooghoudzakje die men ook gebruikt voor in de auto.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 7

Denk aan jezelf

Het is zeer belangrijk dat je je lekker warm aankleedt. Dit gaat het beste met het laagjes-systeem. De lucht tussen de laagjes heeft een isolerende werking en laat je lichaam ademen waardoor je niet vochtig of koud wordt. Met de verschillende laagjes is het gemakkelijk om je kleding aan te passen aan je activiteit of aan de temperatuur.

Er is een gezegde van een Inuit: "Als je voeten koud zijn, bedek je hoofd". Je kunt 20% van je lichaamswarmte door je hoofd verliezen. Een goede muts is dus belangrijk. Je kunt ook nog denken aan een bivakmuts, baklava of een buff. Maar zelfs met de allerbeste kleding kunnen er momenten zijn dat je handen of voeten de kou beginnen te voelen. Met chemische hand- of voetwarmers kun je ze weer opwarmen.

Handen zijn moeilijk om warm te houden, vooral met handschoenen. Voor koude arctische omgevingen zijn wanten vaak beter. Je vingers zullen warmer zijn en ze zijn gemakkelijker aan en uit te trekken dan handschoenen. Een paar forse wanten met daaronder een paar wat dunnere handschoenen werkt ook goed. Op die manier zijn je handen toch beschermd als je zonder wanten even je camera moet bedienen. Voor je voeten kun je denken aan geïsoleerde winterschoenen met anti-slip zolen. Hoe meer isolatie, hoe warmer ze zijn.

Hoe kun je het noorderlicht fotograferen? - 8

Checklist voor noorderlicht fotografie

Apparatuur

  • Lang en stevig statief
  • Draadontspanner
  • Voorhoofdslamp ingesteld op dimmen; rode filter; gebruik spaarzaam
  • Adem niet in je zoeker
  • Extra batterijen en geheugenkaarten
  • Lensdoek

Camera instellingen

  • Stel de beeldkwaliteit in op RAW of RAW + JPEG
  • Stel de LCD-helderheid in op laag
  • Schakel ruisonderdrukking voor lange sluitertijden uit
  • Hoge ISO-ruisonderdrukking inschakelen (als alleen JPEG wordt opgenomen)
  • Schakel de waarschuwing tegen overbelichten in
  • Stel de witbalans in op daglicht of op Kelvin en dan tussen de 3500-4000K
  • Zet de camera op M(anueel), ISO 800, diafragma f/2.8 en sluitertijd 15 sec
  • Test de belichting, raadpleeg het histogram en pas eventueel aan
  • Dek het schrijflampje van de camerakaart af met tape

Objectief

  • Verwijder het (UV)filter van de lens
  • Gebruik de zonnekap
  • Zet de lens op manual focus
  • Handmatige scherpstelling met Live View
  • Maak testopnamen om de scherpte te controleren
  • Controleer af en toe op vorst op de lens

Auteur

Jan en Mart Smit

Jan en Mart Smit, vader en zoon, zijn samen Smit in Beeld. Begonnen met kleinschalige fotoworkshops en cursussen, tegenwoordig ook actief in internationale fotoreizen, presentaties in binnen- en buitenland. Ze hebben een diverse fotocollectie en zijn succesvol geweest in toonaangevende fotowedstrijden.

Bekijk alle berichten

Blijf op de hoogte

Houd mij op de hoogte van laatste nieuwtjes, interessante blogs en aanbiedingen.