Hoe fotografeer je apen in de dierentuin?

6 jaar geleden

In een dierentuin kun je apen fotograferen zonder dat je daarvoor een verre reis naar het buitenland hoeft te maken. Daarbij is het de kunst om ze zo te fotograferen, dat het lijkt alsof ze in hun natuurlijk habitat zijn. Dus zonder onnatuurlijke dingen zoals publiek, beton en de aanwezige omheining. In dit blog ontdek je handige tips voor het fotograferen van apen in de dierentuin!

1. Wat neem je mee in je fototas?

In de dierentuin kun je al snel een mooie foto maken. Hiervoor heb je wel een camera met een telelens nodig, omdat de afstand tot een aap best groot kan zijn. Gebruik bijvoorbeeld een bridgecamera die veel zoom heeft of een spiegelreflexcamera met een telelens van 300mm of meer.

Bridgecamera, spiegelreflex- of systeemcamera
Sterke telezoomlens (liefst rond de 300mm)
Een volle accu voor je camera
Een lege geheugenkaart
Reserve kaart en accu’s

2. Bestudeer het gedrag van de apen

Tijdens een bezoek aan de dierentuin heb je de tijd om het gedrag van de apen te bestuderen. Vooraf kun je je ook al een beetje inlezen. Bekijk de website van de dierentuin en kijk op social media of er jongen zijn. In het voorjaar is het leuk om de voortplantingsrituelen van de apen te zien en dieren in contact met hun kleintjes te fotograferen. Ook kun je tijdens je bezoek in gesprek gaan met verzorgers van de dieren om meer over de gewoontes van apen te leren.

3. Kies een goede tijd én neem de tijd

Een actief dier levert een meer spannende foto op dan een slapend dier. De apen zijn vooral in de ochtend en laat in de middag wat actiever. Als het warm is, dan slapen ze overdag het liefst om energie te sparen. Het licht is midden op de dag veel feller en minder mooi omdat je dan uitgebleekte partijen en hele harde schaduwen in je foto’s krijgt.

Wil je wat meer actie fotograferen? Zoek dan voor een voedermoment alvast een mooi plekje op om foto’s te kunnen maken. De tijdstippen van de meeste voederpresentaties zijn vooraf bekend. En foto’s van etende apen zien er heel anders uit in een landschap met sneeuw, dan wanneer het zomer of herfst is!

4. Fotografeer vanaf verschillende standpunten

Probeer zoveel mogelijk op de ooghoogte van het dier te fotograferen. Dit zorgt voor een indringende foto. Natuurlijk kun je voor de afwisseling eens een ander standpunt proberen. Denk aan het vogelperspectief en het kikvorsperspectief. Met het vogelperspectief maak je een foto van boven, bijvoorbeeld vanuit een hoger uitkijkpunt. En bij het kikvorspectief ga je zo laag mogelijk zitten en is de aap hoger dan jij.

Let altijd goed op de achtergrond. Een stapje opzij of iets meer door je knieën gaan kan al een wereld van verschil betekenen. Een mooie blauwe lucht met enkele kleine wolkjes en een bloeiende boom zijn bijvoorbeeld prachtige, rustige achtergronden. Hoe rustiger de achtergrond, hoe meer de aandacht naar de aap gaat.

5. Scherpte en kijkrichting

Het is belangrijk dat het oog van een dier goed scherp is in een opname. Nóg mooier is het, wanneer er wat licht in het oog valt. Let bovendien op de kijkrichting. Zorg dat er ruimte is in de foto aan de kant van de richting die de aap opkijkt. Kijkt de aap naar links, kader het dier dan rechts in beeld zodat er links kijkruimte is. Denk ook aan de regel van derden!

Meer lezen ompositieregels voor fotografie?

6. Handige trucjes

Wanneer je door het glas of door het gaas van een afrastering heen fotografeert, is het handig om je diafragma volledig open (f/2.8 of f/4.0) te zetten. Hierdoor vallen storende reflecties of stukjes van het gaas wat meer weg.

Zet je lens zo dicht als mogelijk tegen een schoon stuk van het glas aan en houdt je camera stabiel vast om bewegingsonscherpte te voorkomen. Dit maakt het meteen makkelijker om met een wat langere sluitertijd te werken wanneer het wat donkerder is. Is het echt heel donker, zet dan ook je ISO-waarde wat hoger.