7 tips voor de compositie van macrofoto's

Bij elke tak van fotografie is het belangrijk dat een beeld een sterke compositie heeft. Dit zorgt ervoor dat een foto nóg interessanter is om naar te kijken. Lees deze 7 tips en ontdek hoe je een goede compositie maakt voor macrofoto's!

Tip 1: Denk na over de positie van je onderwerp

De eerste stap is het hebben van een visie. Hoe wil je dat de foto eruit komt te zien en waar in de foto plaats je het onderwerp? Bedenk of je balans of juist disbalans in de uiteindelijke foto wilt creëren. Een gebalanceerde foto heeft meestal een centraal onderwerp. Deze foto’s zijn over het algemeen wat statischer, maar harmonieus. Een ongebalanceerde foto heeft vaak een onderwerp dat in een hoek of aan één kant is geplaatst. Hierdoor wordt je focus naar het onderwerp toegetrokken: Het beeld wordt interessant om naar te kijken.

Tip 2: Isoleer je onderwerp van de achtergrond

Nadat je hebt besloten waar je het onderwerp in de foto wilt plaatsen, is het van belang om je onderwerp te gaan isoleren. Isoleren betekent dat het onderwerp los komt te staan van de aanwezige achtergrond, het springt er uit en valt meteen op. Zo leg je de aandacht goed op de bloem, het insect of wat je onderwerp ook is. Een onderwerp van de achtergrond isoleren kan op verschillende manieren:

Scherp en onscherp

Door met scherpte en onscherpte te spelen kun je een onderwerp isoleren van de drukke achtergrond. Daarnaast kun je er de sfeer in de foto mee veranderen. De scherptediepte in een foto kan de compositie flink versterken. Houdt tijdens het maken van je macrofoto’s rekening met een kleine scherptediepte. Door de gehele achtergrond te laten vervagen gaat alle aandacht in je foto naar het kleine, scherpe detail dat jij in de belangstelling wilt zetten.

Licht en donker

Door met licht te spelen heb je zelf in controle wat er in je foto opgelicht of juist donkerder wordt en de aandacht trekt. Maak een sterk contrast qua licht met je achtergrond, zodat het onderwerp duidelijk te onderscheiden is. Een fel belicht onderwerp of juist een silhouet met tegenlicht. Speel ermee en ontdek wat jij mooi vindt!

Kleurcontrasten

Naast een contrast met scherpte en licht, kun je natuurlijk ook contrast creëren met kleur. Je doet dit door complementaire kleuren op de kleurencirkel samen te gebruiken in een beeld. Complementaire kleuren zijn blauw en oranje, rood en groen, violet en geel. Een andere optie is om de tint van kleuren te variëren. Het gebruik van een felle kleur roze tegenover een lichte of donkere kleur roze creëert een visuele ‘pop’.

Tip 3: Houd rekening met je achtergrond

Je achtergrond is net zo belangrijk als je onderwerp. De achtergrond moet niet concurreren met het onderwerp, maar een ondersteuning zijn zodat deze uit je macrofoto springt. De achtergrond is het decor voor je hele compositie. Een effectieve achtergrond voegt iets toe aan het verhaal, geeft waardevolle informatie over je omgeving en helpt je foto dramatisch te verbeteren. Besteed net zoveel tijd aan je achtergrond als aan je onderwerp en til je compositie naar een hoger niveau.

Tip 4: Gebruik een kleine scherptediepte

Een kleine scherptediepte betekent dat er zeer weinig van het beeld scherp is. Een foto kan bijvoorbeeld een scherp onderwerp hebben, maar een onscherpe achtergrond. De achtergrond wordt onscherp en zachter, tegenover het scherpe, fellere onderwerp. Hierdoor kun je het onderwerp goed isoleren en ondersteunt je achtergrond de compositie.

Tip 5: Kruip dicht op je onderwerp

Hoe dichter je op je onderwerp kruipt, hoe kleiner de scherptediepte wordt. Door dichter op het onderwerp te zitten wordt de afstand tot de achtergrond automatisch groter: Hoe groter de afstand, hoe onscherper de achtergrond. Voor erg gedetailleerde macrofoto's is dit een handige tip om een zeer kleine scherptediepte te realiseren. Maar je diafragma heeft ook invloed op de scherptediepte: hoe lager het f-getal, hoe kleiner de scherptediepte is.

Klik hier om meer te leren over diafragma

Tip 6: Gebruik de regel van derden

De regel van derden kan je zeker helpen bij het maken van een perfecte compositie. Door de zoeker of op het scherm van je camera is een raster van lijnen te zien. Door je onderwerp op één van de vier snijpunten van deze lijnen te plaatsen, heb je meteen een compositie die fijn is om naar te kijken. Plaats bijvoorbeeld je onderwerp aan één kant van het beeld. De negatieve ruimte in de foto maakt de foto nog interessanter om naar te kijken!

Tip 7: Fotografeer op ooghoogte

Heb je ooit gezocht naar een klein voorwerp, zoals een oorbel die op de vloer gevallen is? De meest voor de hand liggende aanpak is om meteen op de grond te gaan liggen en je hoofd op de grond te laten rusten tijdens het zoeken. Je eigen perspectief wordt anders. En dat helpt, omdat je de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond verandert.

Hoe groter die afstand, hoe kleiner de scherptediepte wordt en hoe meer het onderwerp opvalt. Voor macrofoto’s zul je vaak laag bij de grond werken en de wereld vanuit een ander perspectief verkennen. Neem een rijstzak, kleed of plastic tas mee als je gaat fotograferen. Zo wordt je niet vies tijdens het fotograferen!