10 tips voor het maken van portretfoto's met paarden

3 jaar geleden

Hoe maak je de mooiste portretten met paarden? De locatie, de aankleding en het juiste tijdstip op de dag zijn van groot belang, net als een goede kennis hebben van je camera instellingen. En wat heb je nog meer nodig naast een snelle camera? In dit blog geef ik je 10 tips voor het maken van dromerige portretten met paarden!

Tip 1: Gebruik een telezoomlens

Natuurlijk kun je met elke camera en lens combinatie een mooie foto maken, maar met de ‘juiste apparatuur’ is het wel een stuk makkelijker om het perfecte plaatje te bereiken. Wanneer je net als ik graag fotografeert in het avondlicht, dan is het bijvoorbeeld fijn als je een body hebt die goed presteert in situaties met weinig licht. Met een instapmodelcamera is het lastiger om met avondlicht goed te fotograferen.

Daarnaast is een lichtsterke telezoomlens aan te raden voor paardenfotografie, zoals een 70-200mm f/2.8 of een 70-200mm f/4.0 lens. De f/2.8 lens wordt het meest gebruikt onder de paardenfotografen en meer dan 300mm heb je zeker niet nodig. Zelf heb ik een Canon EOS 6D spiegelreflexcamera en het Canon EF 70-200mm f/2.8L IS USM III objectief.

Bekijk alle telezoom lenzen

Tip 2: Ken je camera instellingen

Het is verstandig om de camera instellingen te begrijpen zodat je alles goed kunt instellen tijdens de shoot. Ik wissel namelijk regelmatig mijn instellingen, maar het diafragma staat bijna altijd zo laag mogelijk. Bij mijn lens is dat f/2.8 en het gebeurt maar weinig dat het diafragma omhoog gaat. Voor portretfoto’s gebruik ik minimaal 1/500e als sluitertijd, maar het liefst nog wat hoger zoals 1/800e of 1/1000e. Dat kan alleen als er genoeg licht is. Mijn ISO-waarde pas ik hier dan op aan.

In een open omgeving kan de ISO-waarde eerst vrij laag en naarmate het wat later wordt, gaat de ISO-waarde steeds wat hoger en de sluitertijd eventueel wat naar beneden. Voor actiefoto’s houdt ik een sluitertijd van 1/1000e aan. Mijn zoomlens staat altijd helemaal ingezoomd en gebruik ik weinig tot niet om eventueel uit te zoomen. Vervolgens kies ik één scherpstelpunt dat het dichtste bij het gezicht van het model in de buurt komt. Hier stel ik op scherp. Het scherpstelpunt pas ik telkens weer aan, zoals wanneer het model van plek veranderd.

Leer meer over camera instellingen

Tip 3: Oefen met aanwijzingen geven

Er zit ontzettend veel verschil in het werken met verschillende paarden en hun baasjes. De één zal het al vaker hebben gedaan en zal zelf goed begrijpen wat er goed uitziet, waarbij een ander het misschien nog nooit gedaan heeft en er wat zenuwachtig van wordt, met alle gevolgen van dien.

Om het jezelf makkelijker te maken zou je eerst een paar keer iemand model kunnen vragen die zelf al wat ervaring heeft. Zo kun je zelf vertrouwd worden met het fotograferen en bijvoorbeeld oefenen met aanwijzingen geven. Als je dat goed onder de knie hebt, zul je merken dat je iemand beter kunt begeleiden tijdens de shoot. Wanneer je zelf geen zenuwen meer hebt, kun je een ander makkelijker geruststellen en wordt het paard er niet nerveus en onrustig van. Zodra de meeste zenuwen bij iedereen uit de weg zijn, zal alles een stuk makkelijker gaan!

Tip 4: Bereid de shoot voor

Het zal haast vanzelfsprekend zijn, maar een schoon paard is natuurlijk wel belangrijk. Je wilt een mooie foto afleveren en als er grote of duidelijke vieze plekken in de vacht zitten, is dat vrij storend en jammer voor de foto. Bespreek daarnaast de kledingkeuze met het model!

Als je net als ik graag foto’s maakt in de natuur, geeft het een fijn beeld als alle kleuren goed bij elkaar passen of op elkaar aansluiten. Daarom geef ik altijd advies om te kijken naar pastelkleuren en geen felle of neon kleuren uit te kiezen. Mooi zachtroze, of bordeaux rood in plaats van fel of neon roze en fel rood, maakt een enorm verschil in het resultaat van je foto. Daarnaast raad ik aan om geen kleding te kiezen waar grote opdrukken op drukke patronen op staan. Zelf werk ik vaak met jurken, wat echt een sprookjesachtig effect geeft aan een foto.

Tip 5: Kies een geschikt tijdstip uit

Een goed tijdstip van de dag kiezen voor de fotoshoot maakt veel verschil. Hoe hoger de zon staat, hoe lastiger het licht zal zijn tijdens het fotograferen. Je krijgt last van overbelichte delen of heftige schaduwplekken. Daarom raad ik aan alleen te fotograferen wanneer de zon vrij laag aan de horizon staat. Dit is in de zomer vlak na zonsopkomst of vlak voor zonsondergang. In de winter blijft de zon langer laag aan de horizon en heb je wat meer speling wanneer je op pad kunt gaan.

Je kunt kiezen voor frontaal licht of tegenlicht, maar ik fotografeer zelf echt alleen met tegenlicht. Wanneer je tegenlicht gebruikt, krijg je een accentlicht om de modellen heen. Dat geeft een prachtig en dromerig effect aan de foto. Als het erg bewolkt is dan hoef je geen rekening te houden met bovenstaande, omdat het licht dan overal en op alle tijden vrijwel hetzelfde is.

Tip 6: Denk aan een tactische locatie

Ik vind het zelf erg fijn werken als de locatie open en groot is, maar wel een fijne boomgrens heeft. De boomgrens gebruik ik om een rustige en wazige achtergrond te creëren en om het soms felle zonlicht te breken. Doordat er licht of zon door de bomen schijnt, kun je prachtig zacht licht en mooie bokeh-ballen in je achtergrond krijgen. De grote, open ruimte is nodig zodat je meer afstand kunt bewaren tot de achtergrond, wat weer veel diepte zal creëren in je foto. Ik vind het geweldig als er wat groeit op de grond, wat ongeveer tot de knie komt. Bijvoorbeeld heide, bloemen of graan. Als je de modellen hier tussen laat staan, krijg je meteen een wazige voorgrond waardoor de foto nóg meer diepte krijgt.

Tip 7: Herken de houding van het paard

Als je met een onrustig paard werkt zul je merken dat het paard constant in beweging is, op een andere plek staat en in een andere houding. Aan jou om te leren herkennen welke houding wel goed uitkomt op de foto en welke er minder goed uitziet. Ik probeer het paard altijd iets schuin te zetten, waardoor je altijd tenminste drie benen van het paard in beeld hebt. Zodra het paard goed staat, vraag ik het model om er bij te gaan staan.

Het model kan afwisselen met kijken naar het paard, kijken in de camera of met het paard mee kijken dezelfde kant op. Ook zijn kusjes en knuffels altijd leuk om te doen. Het is meestal het mooiste wanneer het paard de oortjes naar voren heeft op de foto, al kan dat soms nog best lastig zijn. Speciale apps met dierengeluidjes kunnen hier goed bij helpen! Als je met een paard werkt dat veelal rustig stilstaat en goed meewerkt, kun je proberen om bepaalde posities uit te werken. Gebruik hier bijvoorbeeld voorbeelden op je telefoon voor.

Tip 8: Maak niet alleen statische foto’s

Om goede actiefoto’s te maken van een snel bewegend paard zijn een goede body en lens erg fijn. Je zult vaak en snel moeten kunnen klikken om de mooie momenten van het paard scherp te kunnen vast leggen. Tijdens de actiefoto’s plaats ik mijn scherpstelpunt in het midden zodat ik op de buik van het paard kan scherpstellen. Dit is het grootste deel en het makkelijkste om te volgen. Ik vraag het model om het paard te longeren aan een lange lijn op een grote cirkel.

Op het moment dat het paard vanaf de zijkant in beeld komt houd ik de knop ingedrukt om foto’s te maken tot ik iets van het achterwerk in beeld krijg. Zo zit er altijd wat tussen en hoef ik niet perse goed te timen voor het beste moment. Ik kies meestal een goed opwaarts moment, waarbij de voorkant van het paard, het hoofd en de borst, hoger is als de billen.

Tip 9: Heb geduld

Werken met dieren zal bij elke fotoshoot weer anders zijn, elk dier is tenslotte anders. Daarom is geduld een schone zaak! Als het even niet lukt of het paard moet honderd rondjes draaien is het echt belangrijk om gewoon rustig te blijven. Als jij gehaast of geïrriteerd raakt, kan dit overslaan op het model, waardoor het weer overslaat op het paard. Blijf altijd goed communiceren met het model, geruststellen en benadruk wat er goed gaat tijdens de shoot.

Als het niet goed lukt, neem je wat langer de tijd of las je wat vaker een kleine pauze in zodat het paard bijvoorbeeld even een stukje kan wandelen. Jij kunt deze momenten gebruiken om wat foto’s terug te kijken en te beoordelen.

Tip 10: Bewerk je foto’s

Het is geen geheim dat nabewerking een groot onderdeel is van mijn fotografiestijl. Soms pas ik veel aan, maar vaak is het weinig. Wat ik altijd aanpas zijn de kleuren, die zet ik nog net iets warmer. Alsof je door een zonnebril kijkt zeg ik altijd maar. Wanneer je werkt met een fotografie halster, haal je deze er natuurlijk ook uit, samen met andere storende objecten. Als laatste pas ik altijd wat vignettering toe om nog wat meer diepte te creëren in de foto.