Het koele water op je polsen,lege flesjes op het aanrecht, natte lege glazen. Je bent in de keuken, de tuindeur staat open, vrienden zitten in de zon. Je wast je handen. Je kunt het gesprek niet verstaan, maar kent hun losse stemmen. Licht valt naar binnen, weerkaatst in de wasbak. Zoveel foto’s heb je gemaakt, al hun gezichten, en je denkt nu: je vergat hun stem, je weet niet zeker of ze anders zijn gaan klinken. Je wast je handen, het doet er niet toe, ook dit moment ga je vergeten. Een vriend is niets om te bewaren, een zon gaat onder en het is dezelfde zon. – Roelof ten Napel
Het koele water op je polsen,lege flesjes op het aanrecht, natte lege glazen. Je bent in de keuken, de tuindeur staat open, vrienden zitten in de zon. Je wast je handen. Je kunt het gesprek niet verstaan, maar kent hun losse stemmen. Licht valt naar binnen, weerkaatst in de wasbak. Zoveel foto’s heb je gemaakt, al hun gezichten, en je denkt nu: je vergat hun stem, je weet niet zeker of ze anders zijn gaan klinken. Je wast je handen, het doet er niet toe, ook dit moment ga je vergeten. Een vriend is niets om te bewaren, een zon gaat onder en het is dezelfde zon. – Roelof ten Napel