Zoals kleur een weefsel is: de groene handdoek op de donkerhouten kruk, de bruinoranje tegels, in de verte de vaalgele velden graan. Dat alles raakt elkaar, dit ik is een verzameling. En mijn randen overlappen niet, mijn zicht reikt verder dan mijn hand, het geheugen splitst me op. Daarin ben ik vier, vijf mensen. Hoe zou ik dan geloven dat ik ophoud bij mijn huid? Er drijft een schaduw
op het graan, en ik ben zelf die schaduw, ik zie hem vanaf hier. – Roelof ten Napel
What Once Was | David van Dartel | Vol 5
Zoals kleur een weefsel is: de groene handdoek op de donkerhouten kruk, de bruinoranje tegels, in de verte de vaalgele velden graan. Dat alles raakt elkaar, dit ik is een verzameling. En mijn randen overlappen niet, mijn zicht reikt verder dan mijn hand, het geheugen splitst me op. Daarin ben ik vier, vijf mensen. Hoe zou ik dan geloven dat ik ophoud bij mijn huid? Er drijft een schaduw
op het graan, en ik ben zelf die schaduw, ik zie hem vanaf hier. – Roelof ten Napel