Hoe maak je een timelapse of hyperlapse met een drone?

Met een drone kun je niet alleen ‘gewone’ foto’s en video’s maken, maar je kunt ook een timelapse of hyperlapse maken. Zo krijg je meer afwisseling in je video’s. Hoe kun je met een drone een timelapse of hyperlapse video maken? Dat lees je hier!

Wat is het verschil tussen een timelapse en een hyperlapse?

Een timelapse en een hyperlapse verschillen weinig. Voor het maken van een timelapse maak je gedurende een langere tijd foto’s met een bepaalde interval en de drone maakt foto’s vanuit een vaste positie. Bij een hyperlapse laat je de drone óók foto’s maken met een vaste interval, maar in plaats van dat de drone ergens stil hangt, laat je deze vliegen. De drone bestuur je zelf of je stelt vooraf punten in die de drone zelfstandig af moet gaan.

Wat neem je mee?

Je moet een grote hoeveelheid foto’s maken voor een timelapse video van tien seconden! Het meest belangrijke wat je mee kunt nemen zijn een drone met up to date firmware, een landingsplaats, ND-filters of een polarisatiefilter en een berg opgeladen reserve drone accu’s om je vliegtijd te verlengen.

Geheugenkaartjes met een grote opslagcapaciteit, een opgeladen controller en reserve propellers behoren zeker tot de ‘musthaves’ die je mee moet nemen wanneer je een timelapse of hyperlapse wilt gaan maken met een drone. Bedien je de drone met behulp van je smartphone? Neem voor de zekerheid een powerbank mee om je telefoon mee op te laden. Alles op een rijtje:

• Drone met de laatste firmware
• Extra (opgeladen) drone accu’s
• Reserve onderdelen zoals propellers
• Hoge capaciteit geheugenkaarten
• Opgeladen drone controller
• Grijsfilters (ND-filters)
• Polarisatiefilters
• Landingsplaats
• Powerbank

Welke instellingen moet je gebruiken?

Het is experimenteren met hoe snel je de drone laat vliegen tijdens het fotograferen, maar over het algemeen geldt dat hoe langzamer de drone vliegt, hoe beter het is voor het eindresultaat. Verdere instellingen zoals de ISO, de sluitertijd en het diafragma hangen af van waar je bent en wat je onderwerp is.

Om een timelapse of hyperlapse te maken kies je in de fotostand voor de ‘interval’ instelling en daar kun je aangeven om de hoeveel tijd de drone een foto moet maken. De beste interval snelheid voor het moment hangt af van een heleboel factoren zoals de snelheid waarmee de drone vliegt en bijvoorbeeld hoe snel aanwezige wolken of mistflarden bewegen door de wind. Ook dit is een kwestie van proberen.

Voor het maken van een timelapse vlieg je de drone naar de juiste positie en daarna is het wachten... Maar er zijn verschillende manieren van vliegen mogelijk voor het maken van een hyperlapse. Probeer dingen uit en hoe meer je het doet, hoe eerder je een eigen werkwijze ontwikkelt. Je merkt al snel wat voor jouw voorkeur heeft en wat voor jou het beste werkt! Deze vier vliegmodi zijn handig voor een hyperlapse:

ActiveTrack modus

Met ActiveTrack kun je een onderwerp ‘markeren’ en laten volgen door de drone, bijvoorbeeld een varende boot. Wordt het onderwerp niet automatisch herkend door de drone? Dan kun je er een kader omheen tekenen. Dit kader wordt groen als de drone het onderwerp kan volgen. Zodra het kader rood is, kun je het nog een keer proberen. Wanneer er obstakels op het pad van de drone zijn, worden deze automatisch ontweken.

Point of Interest

Hiermee zal de drone automatisch om een door jou geselecteerd onderwerp cirkelen zoals een herkenbaar punt in het landschap. Het is een intelligente modus waarmee je op een hele eenvoudige manier, prachtige beelden krijgt. Je hebt zelf de controle over de hoogte, de vliegrichting en de beeldhoek van de camera.

TapFly modus

Met TapFly kun je met de hand op je smartphone aangeven waar de drone heen moet vliegen. Eventuele obstakels worden door de drone opgemerkt en hij zal afremmen of het obstakel automatisch ontwijken. Selecteer het punt waar de drone heen moet gaan, bevestig dit nogmaals en de drone gaat er vanzelf heen!

Tripod modus

Deze modus is handig voor beginnende vliegers omdat de maximum vliegsnelheid heel erg laag is. De drone reageert trager op aanpassingen voor de richting en de hoogte, zodat de bewegingen meer gecontroleerd zijn. Je kunt deze modus alleen gebruiken in optimale lichtomstandigheden en bij een sterk GPS-signaal.

Fotografeer in RAW

Je krijgt zeer waarschijnlijk te maken met lichtwisselingen tijdens het vliegen. Als het mogelijk is, fotografeer dan in RAW in plaats van in JPEG. Een RAW-bestand bevat meer informatie, waardoor je er meer uit kunt halen in de nabewerkingen. Het oplichten van schaduwen en het minderen van hooglichten is minder destructief dan bij een JPEG-bestand.

Stabiliseer de beelden

Na het bewerken van de foto’s kun je ze samenvoegen tot een video. Dit kan bijvoorbeeld in Adobe Premiere Pro of Final Cut Pro. Je zult soms opmerken dat de overgang tussen de frames wat haperig gaat. Dit is heel eenvoudig op te lossen door de gemaakte beelden softwarematig te stabiliseren. Het ‘verspringen’ van de beelden wordt op die manier opgeheven.

Vergeet de regels en de veiligheid niet

Het vliegen met een drone brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee en er zijn allerlei wet- en regelgevingen waar je je aan dient te houden om ongelukken te voorkomen. Een goede voorbereiding is het halve werk, maar tijdens het vliegen moet je blijven opletten. Houd altijd rekening met wat er in je omgeving gebeurd, het weer, eventuele ‘no fly’ zones, hoe hoog de drone vliegt en behoudt visueel contact met je drone.

Meer lezen?