10 tips voor het fotograferen van bloemen
De voorjaarsbloemen laten zich alweer in ruime mate zien. Bob Daalder geeft 10 handige tips voor het maken en nabewerken van prachtige bloemenfoto's!
Lees verderWe maken reizen naar speciale soorten en gaan op zoek naar spectaculaire locaties en omstandigheden. Alles voor de mooiste foto’s. Dan komen we thuis en ploffen neer in onze tuin. Terwijl we genieten van de lente om ons heen mijmeren we van verre plekken waar we net vandaan komen of nog naartoe willen. Maar hebben we genoeg oog voor de pracht en praal om ons heen? Heb je wel eens gezien wat voor prachtige natuur er groeit tussen de tuinkabouter en het tuinpad? Wat er bloeit naast de emmer? Wat voor lichtspel er komt als de buren hun paraplu opzetten? In dit blog laat ik je zien wat je allemaal kunt doen in eigen tuin!
Fotografie gaat niet om de mooiste plek, de zeldzaamste soort of het meest spectaculaire moment. Fotografie gaat om het mooiste beeld op iedere plek, van iedere soort en op ieder moment. Natuurlijk zijn kievitsbloemen prachtig of het vrouwenschoentje (een orchidee) maar ga eens ècht kijken naar alle ‘gewone’ soorten in je tuin. Die zijn soms mooier dan welke zeldzame soort ook… Fotograferen is leren kijken, ècht kijken. Begin daar eens mee.
Wanneer je met macro of details te maken hebt gaat het om een onderwerp in een ruimte. Als fotograaf moet je zorgen dat je onderwerp duidelijk naar voren komt en niet vastgeplakt zit aan de achtergrond. Je wilt je onderwerp isoleren. Dat kan op verschillende manieren: met scherpte, kleur of licht.
Een scherp onderwerp op een onscherp achtergrond zorgt ervoor dat je duidelijk ziet wat het onderwerp is. Immers, ons oog stelt ook altijd scherp op datgene wat we willen zien en zorgt dat de rest naar de achtergrond verdwijnt. In een eerder blog van mij kun je meer lezen over het werken met scherpte, onscherpte en scherptediepte.
Wanneer je onderwerp een afwijkende kleur heeft ten opzichte van de omgeving trekt dat ook de aandacht. Dan maakt het weinig uit wat de kleur van de omgeving of het onderwerp is, iets wat afwijkt van het grotere geheel trekt gewoon de aandacht.
Ons oog trekt altijd naar lichte delen in een foto. Wanneer je onderwerp lichter is dan de omgeving heb je meteen de volle aandacht. Zo fotograferen niet veel mensen een bloem van achteren. Maar het tegenlicht in de foto hieronder schijnt zo mooi door de blaadjes, dat je een perfecte isolatie krijgt als je de foto wat onderbelicht:
Compositie gaat over de verdeling in de ruimte, waar plaats je je elementen in de foto en hoe zou je die kunnen verbinden? Daarbij heb je de ruimte die het onderwerp inneemt en alles eromheen. Officieel wordt gesproken over de positieve en de negatieve ruimte. De positieve ruimte is de ruimte die het onderwerp inneemt in de foto, de negatieve ruimte is alles eromheen. Beetje een vreemde bewoording, het is immers de negatieve ruimte die jij als fotograaf gebruikt om de foto spannend te maken. Er zijn een paar zaken waar je op kunt letten: laat ruimte over, gulden snede of regel van derden, achtergrond en werken met onscherpte.
Heb je een mooie bloem gevonden, dan is de eerste vraag hoe je deze in de ruimte van het beeld gaat plaatsen. Je kunt kiezen om krap te kaderen waarbij je alle details mooi ziet of juist wat ruimer te kaderen met meer omgeving. Het laatste beeld is veel spannender. Kijk, een bloem is al mooi van zichzelf, dat is niet jouw verdienste. Hoe jij hem echter in de ruimte plaatst is een artistieke keuze.
Als je dan graag ruimte over wilt laten, is de vraag waar je het onderwerp in het beeld moet plaatsen. Links, rechts, boven, onder? Ken je de gulden snede nog (of regel van derden, bijna hetzelfde)? Zet je onderwerp eens in een zogenaamd 1/3 punt, dan oogt je foto meteen veel spannender.
De achtergrond is het allerbelangrijkste! Niet de bloem? Nee! Als gezegd is de bloem mooi van zichzelf, daar kun jij niets aan doen. Maar de achtergrond wel. Door de juiste achtergrond te kiezen maak je je foto extra spannend. De achtergrond mag niet concurreren met het onderwerp maar moet juist ondersteunen. Dus niet té scherp maar hij mag wel herkenbaar zijn.
Over scherpte, onscherpte en scherptediepte heb ik al eens een uitgebreide blog geschreven, maar wist je dat je niet alleen mooie onscherpte in de achtergrond kan creëren? Ook de voorgrond kun je onscherp maken en dat geeft een extra spannend element aan je compositie. Zonder teveel in de techniek te duiken, lees daarvoor het andere blog nog eens door, kan ik wel zeggen dat alles wat zich tussen jou en je onderwerp bevindt véél onscherper wordt dan alles wat zich achter je onderwerp bevindt. De scherptediepte vóór het onderwerp is veel kleiner dan erachter en met dat concept kun je heel mooi spelen. Door iets vóór je onderwerp te plaatsen krijg je al snel een zachte waas. Zo kun je ook door vanalles heen fotograferen.
Licht is alles. Egaal licht is al prachtig maar een mooie lichtval zorgt vaak voor heel spannende effecten. Zeker als je de lichtval combineert met onder- of overbelichting. Als het zonnetje in mijn tuin schijnt ga ik op zoek naar onderwerpen die precies in het licht staan en de omgeving niet, of juist andersom. Dat verschil in lichtintensiteit kun je gebruiken voor een bepaalde sfeer.
Misschien heb je mijn blog over de paddenstoelen gelezen waarin ik uitgebreid vertel over werken met allerlei flitsers. Dit kun je natuurlijk ook bij boemetjes doen. Dat is best lastig, maar je kan ook heel eenvoudig beginnen. Zo kun je met een lampje al enorm leuke effecten bereiken. Ik heb mogen experimenteren met de Manfrotto Lumimuse 8 On-Camera LED Light. Die is niet alleen geschikt voor filmen maar ook makkelijk mee te nemen voor een extra licht effectje bij je macrofotografie. Hij is regelbaar in sterkte en met de extra glaasjes en kleurenfilters (eigenlijk bedoeld voor filmen van mensen) kun je nog eens extra kleureffecten aanbrengen.
Zonlicht is prachtig maar soms wil je die lichtval niet of schijnt het licht precies verkeerd. Dan kan je besluiten om een deel van je foto, je onderwerp of misschien wel je achtergrond, in de schaduw te zetten om een andere balans in licht(val) te krijgen. Het eenvoudigste is om een witte paraplu te pakken. Deze zijn kleurneutraal en tegelijk krijg je een egale zachte lichtval in het schaduwgebied.
Geen nood! Een macrolens werkt wel het fijnste maar is zeker geen noodzaak. Er zijn diverse mogelijkheden. Pak gewoon je telelens of je kijk eens naar tussenringen of voorzetlenzen.
Je kunt met je telelens bloemen vaak net zo mooi in beeld brengen. Kruip gewoon zo dicht mogelijk op je onderwerp en werk met lage diafragmawaarden.
Tussenringen zijn holle buizen die tussen je normale lens en je camera komen. Daardoor kun je ineens een stuk dichterbij komen dan normaal. Tussenringen komen in een setje van drie en door één of zelfs meerdere ringen te gebruiken kom je dichter op je onderwerp. Je maak van een gewone lens dus een soort macro lens. Het kent wel een paar nadelen. Zo kost het gebruik van tussenringen licht, werkt vaak je autofocus niet meer zo goed en kom je zó dicht op je onderwerp dat het fotograferen van insecten wat lastiger is. Omdat de buizen geen glas bevatten lever je gelukkig niet in op de beeldkwaliteit.
Een voorzetlens is een soort vergrootglas wat je, in plaats van een filter, op je objectief schroeft. Je hebt ze in verschillende sterktes (dioptrie) en het effect is, net als bij tussenringen, dat je ineens een stuk dichterbij kan. Mijn ervaring is dat ze vooral prettig werken bij telelenzen, bij standaard lenzen zit je al snel heel dicht op je onderwerp en met groothoeklenzen zelfs in je onderwerp. Kent een voorzetlens nog voor- of nadelen? Het kost geen licht en autofocus blijft het beter doen dan bij tussenringen. Wel zet je er extra glas voor en dus kost het in potentie wat kwaliteit. Ook bij voortzetlenzen geldt dat niet alleen de minimale scherpstelafstand naar voren komt, de maximale ook. Dus ook hier géén oneindige scherpte meer. Maar het neemt geen ruimte in je tas in, je pakt het snel even mee.
Bekijk hier alle close-up filters
Hieronder zie je het verschil tussen een foto gemaakt op 400mm met een 100-400mm lens en dezelfde foto gemaakt met de 500D close-up lens. De bloem is veel groter in beeld!
Polarisatiefilters kennen we vooral uit de landschapsfotografie maar weet je dat ze ook bij macrofotografie hele mooie resultaten geven? Een polarisatiefilter (officieel circulaire polarisatiefilter) is een filter dat een bepaald type licht wegfiltert: gepolariseerd licht. Dat is verstrooid licht. Licht wat direct uit een lichtbron komt is niet gepolariseerd, maar als het eenmaal van een oppervlak terugkaatst verstrooit het licht. Denk aan natte bladeren of vochtige stenen. Onder dat vocht is de kleur vaak het meest verzadigd maar als je fotografeert dan zie een lichte reflectievlek. En juist die vlek kun je heel mooi wegfilteren met een polarisatiefilter, ook bij macro.
Ook in de tuin is het handig om een statief te gebruiken. Het grote voordeel is dat je, als je eenmaal je compositie hebt bepaald, in alle rust kunt experimenteren met instellingen, lichtval, lamplicht en/of paraplu’s zonder dat je telkens opnieuw je foto moet bepalen. Nu zijn grote statieven vaak onhandig maar ook kom je vaak niet laag genoeg. Daarom hierbij een aantal van mijn oplossingen:
Met al deze tips moet het lukken om mooie foto's te maken in je eigen achtertuin of voortuin. Nu moet je alleen nog op zoek naar een mooi onderwerp in je tuin. Heel veel plezier en succes!